binnengaats
- Geluid: binnengaats (hulp, bestand)
- IPA: /ˈbɪnə(n)ˌɣats/
- bin·nen·gaats
- samenstellende afleiding van binnen (voorzetsel) en gat (zelfstandig naamwoord) met het achtervoegsel -s
binnengaats
- (scheepvaart) in een riviermonding of zeegat, waar zeeschepen meer beschutting vinden
- Dankzij de steun van Koning Willem I en met financiële middelen van de regering bouwde de NSBM voor eigen rekening de Hercules, een stoomsleepboot voor gebruik binnengaats die in bijzondere gevallen ook bruikbaar was op zee. [1]
- (figuurlijk) binnenlands, intern, voor zichzelf
- Binnengaats delen zij hun politieke positie met het steeds groeiende segment van burgers dat de overheid argwanend gadeslaat of dat eenvoudigweg niet meer wordt bereikt. [2]
- Het woord binnengaats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Lintsen, H.W. (red.)Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel IV. Delfstoffen, machine- en scheepsbouw. Stoom. Chemie. Telegrafie en telefonie. (1993) Walburg Pers, Zutphen; ISBN 9060118596; p. 75; geraadpleegd 2016-03-21
- ↑ Tollebeek, J."De dodendans van de Vlaamse Beweging" in: Ons Erfdeel. jrg. 39 nr. 2 (maart/april 1996) Stichting Ons Erfdeel, Rekkem / Raamsdonksveer; p. 175; geraadpleegd 2016-03-21