Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bin·nen·gaats
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

binnengaats

  1. (scheepvaart) in een riviermonding of zeegat, waar zeeschepen meer beschutting vinden
    • Dankzij de steun van Koning Willem I en met financiële middelen van de regering bouwde de NSBM voor eigen rekening de Hercules, een stoomsleepboot voor gebruik binnengaats die in bijzondere gevallen ook bruikbaar was op zee. [1]
  2. (figuurlijk) binnenlands, intern, voor zichzelf
    • Binnengaats delen zij hun politieke positie met het steeds groeiende segment van burgers dat de overheid argwanend gadeslaat of dat eenvoudigweg niet meer wordt bereikt. [2]

Gangbaarheid

Verwijzingen