naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
bingewatchen bingewatchend
bingewatching


  • binge·wat·chen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bingewatchen
bingewatchte
gebingewatcht
zwak -t volledig

bingewatchen

  1. meerdere afleveringen van een tv-serie na elkaar bekijken
    • Urenlang die ene serie kijken voelt misschien heel ontspannen. En misschien kun je ook niet echt stoppen met kijken na die cliffhanger, maar bingewatchen kan behoorlijk vervelende gevolgen hebben voor je gezondheid. [1]