bijzinconstructie
- bij·zin·con·struc·tie
- samenstelling van bijzin en constructie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijzinconstructie | bijzinconstructies |
verkleinwoord | bijzinconstructietje | bijzinconstructietjes |
de bijzinconstructie v
- (taalkunde) een zinsconstructie met bijzin
- Syntactisch gezien is de weergave van een taaldaad vrij te noemen wanneer deze noch door toeschrijving, noch door een afhankelijke-bijzinconstructie van de hoofdzin en de woordvoerder daarvan afhankelijk is.
- Het woord 'bijzinconstructie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.