• bij·stands·geld
enkelvoud meervoud
naamwoord bijstandsgeld bijstandsgelden
verkleinwoord

het bijstandsgeldo

  1. geld dat een gemeente uitgeeft aan de bijstandsuitkering
     De vereniging van sociale diensten Divosa waarschuwt dat het kabinet het aantal bijstandsgerechtigden voor volgend jaar te laag inschat. Ook is het kabinet zich onvoldoende bewust van de omvang van fraude met bijstandsgeld.[1]
     Een inwoner van Rotterdam hoeft ruim 35.000 euro aan te veel ontvangen bijstandsgeld dat hij tussen 2000 en 2003 ontving, niet aan de gemeente terug te betalen. De zaak is verjaard, stelt de Centrale Raad van Beroep in een definitieve uitspraak.[2]


  1.   Weblink bron “"Kabinet miskent probleem bijstand"” (Vrijdag 20 september 2013, 19:16), NOS
  2.   Weblink bron “Rotterdam loopt teruggeëist bijstandsgeld mis” (Maandag 29 april 2019, 17:32), NOS