bijpleisteren
- bij·pleis·te·ren
- samenstelling van bij bw en pleisteren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bijpleisteren |
pleisterde bij |
bijgepleisterd |
zwak -d | volledig |
bijpleisteren [1]
- overgankelijk aanvullen
- overgankelijk door pleisteren bijwerken
- Het woord bijpleisteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.