bijmaken
- bij·ma·ken
- samenstelling van bij bw en maken ww
bijmaken [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bijmaken |
maakte bij |
bijgemaakt |
zwak -t | volledig |
- overgankelijk achteraf iets extra's maken als aanvulling
- De koepeldelen bevinden zich na anderhalf decennium volgens Berg nog in een opvallend goede staat. "Het is wel een hele puzzel. We zijn alles nagelopen en er bleken nog wat onderdelen te ontbreken. Die hebben we laten bijmaken."[2]
- Mengé laat weten dat geïnteresseerden snel moeten toeslaan. "Als een item snel is uitverkocht, laten we er later nooit extra exemplaren van bijmaken. Die beperkte voorraad hoort bij de charme van Zara."[3]
- Het woord bijmaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijmaken" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Het Parool H. Stil 29 maart 2018 Koepel Aviodome keert terug in Amsterdam
- ↑ Tubantia A. van Rhee 10 januari 2017 Run op wit Zara-jurkje prinses Alexia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be