bijhuis
- bij·huis
- samenstelling van bij en huis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijhuis | bijhuizen |
verkleinwoord | bijhuisje | bijhuisjes |
het bijhuis o
- (belgië) een extra winkel van het zelfde bedrijf naast de hoofdvestiging
- In Nederland noemen we een bijhuis een filiaal.
- Deze succesvolle bakker heeft een nieuw bijhuis geopend.
- Het woord bijhuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijhuis" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be