• be·zweet
  • ww [1], [2]:  bezweten ww  zonder de uitgang -en en met de uitgang -t, waarbij de lange e-klank met ee wordt aangegeven en de tweede, niet uitgesproken t-klank niet wordt weergegeven
  • ww [3], bn: vervoeging van bezweten: de stam zonder -t omdat de stam al op -t eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel [1][2]
vervoeging van
bezweten

bezweet

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van bezweten
  2. gebiedende wijs van bezweten
vervoeging van: bezweten…
verbogen vorm: bezwete

bezweet

  1. voltooid deelwoord van bezweten
stellend
onverbogen bezweet
verbogen bezwete

bezweet

  1. met zweet op de huid
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]