Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·taal·ver·keer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord betaalverkeer
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het betaalverkeero

  1. (financieel) de organisatie van de betalingen
     Volgens Currence, die het betaalverkeer in Nederland regelt, zijn er al 6,7 miljoen passen en mobiele telefoons geschikt voor 'contactloos betalen'.[1]
     Al vier dagen lang heeft de bank problemen met het betaalverkeer.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Van swipen, via dippen naar drukken” (29-08-2014), NOS
  2.   Weblink bron “'Miljoenenschade door ING-storing'” (25-01-2012), NOS