bestuurderskant
- be·stuur·ders·kant
- samenstelling van bestuurder zn en kant zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bestuurderskant | bestuurderskanten |
verkleinwoord |
de bestuurderskant m
- (verkeer) de zijde van een auto of een ander vervoermiddel waar de bestuurder zit, bij rechtsrijdend verkeer is dat meestal de linkerkant
- ▸ Volgens Duitse media zijn op de vrachtwagen vingerafdrukken gevonden van de vermoedelijke dader Anis Amri. Ze zouden op de deur aan de bestuurderskant en op het stuur zijn aangetroffen. De politie laat niets los over het onderzoek naar de aanslag.[1]
- ▸ Het dier vloog vanochtend aan de bestuurderskant naar binnen en kwam bewusteloos vast te zitten in het stuur. Nadat de chauffeur zijn busje tot stilstand had gebracht, kwam het dier weer bij.[2]
- Het woord 'bestuurderskant' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Dag 3 na de aanslag: klopjacht gaat door, kerstmarkt weer open” (Donderdag 22 december 2016, 14:12), NOS
- ↑ Weblink bron “Gans knalt door voorruit busje, bijt en vliegt weg” (Dinsdag 15 maart 2016, 11:43), NOS