bestekbak
- be·stek·bak
- samenstelling van bestek en bak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bestekbak | bestekbakken |
verkleinwoord | bestekbakje | bestekbakjes |
de bestekbak m
- (huishouden) in vakjes onderverdeelde bak om bestek gesorteerd in te bewaren
- De vorken liggen in de bestekbak.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord bestekbak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.