• be·steed·baar
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen besteedbaar besteedbaarder besteedbaarst
verbogen besteedbare besteedbaardere besteedbaarste
partitief besteedbaars besteedbaarders -

besteedbaar

  1. wat je aan middelen (geld, tijd of moeite) wilt of kunt uitgeven voor iets
    • Wat is het besteedbare budget voor deze verbouwing. 
    • Wat is je besteedbare inkomen na aftrek van de vaste lasten.