bessenvlinder
- bes·sen·vlin·der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bessenvlinder | bessenvlinders |
verkleinwoord | bessenvlindertje | bessenvlindertjes |
- (vlinders) bonte dagvlinder, wiens rups op bessenstruiken wordt aangetroffen
- Het woord bessenvlinder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.