bespoedigen
- Geluid: bespoedigen (hulp, bestand)
- be·spoe·di·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bespoedigen |
bespoedigde |
bespoedigd |
zwak -d | volledig |
bespoedigen
- overgankelijk een proces of ontwikkeling versnellen, sneller tot het eind brengen
- Wanneer de gevraagde stukken bij de aanvang van de controle aanwezig zijn, bespoedigt dit de gang van zaken.
- De therapie bespoedigde het herstel bij een deel van de patiënten.
1. een proces of ontwikkeling versnellen, sneller tot het eind brengen
- Het woord bespoedigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bespoedigen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be