Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·smet·tings·feest
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord besmettingsfeest besmettingsfeesten
verkleinwoord besmettingsfeestje besmettingsfeestjes

Zelfstandig naamwoord

het besmettingsfeesto

  1. bijeenkomst met als doel een besmetting op te lopen zodat vaccinatie niet nodig is
Synoniemen

Gangbaarheid