• be·sluit·vor·mend
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen besluitvormend besluitvormender besluitvormendst
verbogen besluitvormende besluitvormendere besluitvormendste
partitief besluitvormends besluitvormenders -

besluitvormend

  1. van iets dat het bevoegd is om beslissingen te nemen
     Ook uit het verslag van die bijeenkomst, dat in handen is van Nieuwsuur, wordt er noch over 100 bedrijven noch over 30 procent besmettingen gesproken. Nieuwsuur stelt daarentegen vast dat de private Gezondheidsdienst voor Dieren en het ministerie van Landbouw een half jaar in geen enkel besluitvormend orgaan heeft ingebracht dat er 100 besmette bedrijven bekend waren.[1]
     Staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur had de commissie gevraagd om een besluitvormend orgaan op te richten waarin alle ov-bedrijven vertegenwoordigd waren. Dat orgaan zou bijvoorbeeld slagvaardig problemen met de ov-chipkaart moeten oplossen.[2]


  1.   Weblink bron “Kabinet misleidt Kamer over Q-koorts” (Woensdag 4 juli 2012, 18:00), NOS
  2.   Weblink bron “Geen centrale ov-chipkaartautoriteit” (Dinsdag 9 juli 2013, 08:50), NOS