beroepsscheepvaart

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·roeps·scheep·vaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beroepsscheepvaart
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de beroepsscheepvaartv / m

  1. (scheepvaart) scheepvaart die beroepsmatig wordt uitgevoerd

Gangbaarheid

Meer informatie