beroepsrechter
- be·roeps·rech·ter
- samenstelling van beroep en rechter met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beroepsrechter | beroepsrechters |
verkleinwoord | - | - |
de beroepsrechter m
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord beroepsrechter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.