• be·roeps·co·mi·té
enkelvoud meervoud
naamwoord beroepscomité beroepscomités
verkleinwoord beroepscomiteetje beroepscomiteetjes

het beroepscomitéo

  1. groep mensen die is aangesteld om een reeds genomen besluit nog eens te beoordelen omdat iemand het niet eens is met dat besluit
     RWDM wordt ervan beschuldigd om via tussenpersonen doelman Pol Peeters van Zwarte Leeuw te hebben benaderd. De zaak komt uit omdat het beloofde omkoopgeld nooit in Rijkevorsel aankomt. Doelman Peeters geeft openlijk toe benaderd te zijn, maar RWDM wordt in beroep vrijgesproken omdat het beroepscomité de link naar de Brusselse club niet kan aantonen.[1]
     Het is niet uitgesloten dat de voorgestelde verlenging van tien jaar nog ietwat wordt aangepast, zegt de Europese Commissie. In het beroepscomité dat er in de eerste helft van november over moet stemmen gaat het ‘de discussie aan om een meerderheid te vinden’, aldus een woordvoerder. De marges zijn wel klein, want het comité bestaat ook weer uit vertegenwoordigers van de lidstaten.[2]



  1.   Weblink bron “Omkoopaffaires in het Belgisch voetbal: Standard, Coen Burg en de 'Gokchinees'” (11-10-2018), Tubantia
  2.   Weblink bron “Geen meerderheid in EU voor verbod op onkruidverdelger glyfosaat” (13-10-2023,), Tubantia