Nederlands

 
berkenzwam
Uitspraak
Woordafbreking
  • ber·ken·zwam
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord berkenzwam
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de berkenzwamv / m

  1. Piptoporus betulinus   paddestoel die op berken groeit
     Het is met die berken en zwammen een kip-ei-verhaal: de parasitair levende zwam groeit op berken die aftakelen, maar versnelt het proces ook. Een andere soort, de berkenzwam, wordt om die reden ook berkendoder genoemd.[1]
     Er zijn een heleboel paddenstoelen die op bomen groeien. Een van de algemeenste is de berkenzwam die we overal in Twente en de Achterhoek zien. Zoals de naam al zegt zet deze paddenstoel z’n tanden uitsluitend in berken.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Peter Zandee
    “Na extreme zomer

    nu hongerwinter?” (20-08-2018), Tubantia

  2.   Weblink bron
    Jan Bengevoord
    “Berkenzwam groeit als halve pannenkoek tegen boomstam” (27-11-2018), Tubantia