Nederlands

 
Uitspraak
Woordafbreking
  • ber·ken·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord berkenboom berkenbomen
verkleinwoord berkenboompje berkenboompjes

Zelfstandig naamwoord

de berkenboomm

  1. (plantkunde) Betula   de berk die zo groot is dat het een boom is
     Minister Céline Frémault wil voor elk slachtoffer een berkenboom laten planten. Op welke plek in het bos moet nog worden bepaald.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. berkenboom op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron “'Monument voor slachtoffers van aanslagen Brussel'” (Zaterdag 12 november 2016, 04:43), NOS