• ber·ger
  • afgeleid van bergen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord berger bergers
verkleinwoord bergertje bergertjes

de bergerm

  1. (beroep) (scheepvaart) iemand die gezonken schepen bergt
84 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • ber·ger
Naar frequentie 10425

berger

  1. tegenwoordige tijd van berge


  • ber·ger

berger, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van berg