bergbeklimster
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- berg·be·klim·ster
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van berg zn en beklimster zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bergbeklimster | bergbeklimsters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bergbeklimster v
- (sport) vrouw die een berg beklimt
- ▸ De familie van Maria Strydom kan nog steeds niet geloven wat er is gebeurd. De Australische bergbeklimster kwam zaterdag om het leven op de Mount Everest. In een interview met de Australische televisie zegt haar moeder dat ze nog naar het vliegveld was gekomen om haar uit te zwaaien, iets wat ze normaal gesproken nooit deed.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord bergbeklimster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “'Ik heb haar nog gezien voor ze vertrok'” (Maandag 23 mei 2016, 12:03), NOS