bepaaldheid
- Geluid: bepaaldheid (hulp, bestand)
- be·paald·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bepaaldheid | |
verkleinwoord |
de bepaaldheid v
- het duidelijk te onderscheiden zijn van andere zaken
- ▸ Zo ook waren Catharina's ogen geweest, omfloerst door het ontbrekende in haar Aziatische plooi, van iedere bepaaldheid ontdaan, wezenloos, begoochelend, verlammend als een blote kont, zich verhoudend tot andere ogen als het zwijgen tot het woord.[1]
1. het duidelijk te onderscheiden zijn van andere zaken
- Het woord bepaaldheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.