benieuwde
- be·nieuw·de
vervoeging van |
---|
benieuwen |
benieuwde
- onpersoonlijke verleden tijd van benieuwen
- Het benieuwde me.
benieuwde
- verbogen vorm van de stellende trap van benieuwd
- De benieuwde ouders konden hun ongeduld nauwelijks bedwingen.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | benieuwde | benieuwden |
verkleinwoord | - | - |
de benieuwde m
- iemand die uitziet naar nieuws
- De hal van de school stond vol benieuwden.
- Het woord benieuwde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.