• be·man·nings·lid
enkelvoud meervoud
naamwoord bemanningslid bemanningsleden
verkleinwoord bemanningslidje bemanningslidjes

het bemanningslido

  1. een werknemer aan boord van een vlieg- of vaartuig
    • Het bemanningslid deelde zakjes uit aan de mensen die moesten overgeven. 
     Helemaal spannend werd het toen een bemanningslid op de helikopter schoot.[1]
     De Ooievaar was een keer bemanningslid van de Glimt 1 geweest toen ze de juniorenklasse van de Sandhamnsregatta wonnen.[2]
  1. All-inclusive”   (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht  , ISBN 90-229-9182-2
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767