beleggingsinstrument
- be·leg·gings·in·stru·ment
- samenstelling van belegging zn en instrument zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beleggingsinstrument | beleggingsinstrumenten |
verkleinwoord |
het beleggingsinstrument o
- (economie) iets dat men kan gebruiken om geld zo te beleggen dat men er geld mee kan verdienen
- ▸ Aan de consumentenkant is er ook het nodige geleerd en veranderd. De spielerei met hypotheken als beleggingsinstrument is voorbij. De leenvoorwaarden zijn aangescherpt. Er moet afgelost worden in plaats van alleen maar rente betalen over de schuld. Geen hypotheek boven de waarde van het huis en ook geen overwaarde opnemen voor leuke dingen. Kortom, een hypotheek is om te wonen, niet om te speculeren.[1]
- Het woord beleggingsinstrument staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Wat hebben we eigenlijk geleerd van de crisis?” (Vrijdag 14 september 2018, 19:18), NOS