belegeren
- be·le·ge·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
belegeren |
belegerde |
belegerd |
zwak -d | volledig |
belegeren
- overgankelijk met een leger omsingeld houden
- Leningrad werd gedurende vele maanden belegerd door de Duitse troepen.
1. met een leger omsingeld houden
- Het woord belegeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "belegeren" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ belegeren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be