belcanto
- bel·can·to
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘zingen volgens de Italiaanse techniek’ voor het eerst aangetroffen in 1920 [1]
- Uit het Italiaans: Samenstelling van bel(lo) en canto [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | belcanto | belcanto's |
verkleinwoord | - | - |
het belcanto o
belcanto [3]
- (muziek) zangstijl waarbij vooral aandacht wordt besteed aan fraaie klankvorming (vibrato) en waarbij de tekst op de tweede plaats staat
- Het woord belcanto staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "belcanto" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "belcanto" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ belcanto op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be