Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·las·ting·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord belastingrecht belastingrechten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het belastingrechto

  1. (juridisch) het geheel aan regels over de heffing en de invordering van belastingen
    • Volgens een hoogleraar belastingrecht aan de Vrije Universiteit, is Nederland vanwege een maatregel uit 2009 een goed land waar frauduleuze transacties met CO2-certificaten doorheen kunnen stromen [2] 

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen