• be·keer·der
enkelvoud meervoud
naamwoord bekeerder bekeerders
verkleinwoord

de bekeerderm

  1. iemand die probeert iemand anders te laten geloven in een bepaald geloof of een bepaalde overtuiging
    • Ze moeten inzien dat het evangelie concreet beleven en uitstralen vruchtbaarder is dan achterhaalde en contraproductieve verplichtingen. Instellingen hebben geen moderne kruisvaarders of agressieve bekeerders nodig, maar gelovigen die de religieuze schaamte achter zich laten en bescheiden maar zonder gêne getuigen van wat hun leven draagt en oriënteert. [2] 
    • Bovendien zorgde de invloed van christelijke missionarissen niet alleen voor de afschaffing van het kannibalisme, maar ook voor een langzame achteruitgang van de traditionele cultuur. Zelfs over het eeuwenoude houtsnijwerk hadden ze hun zeg: geen fallussymbolen meer, bijvoorbeeld. Of geen misvormde personages. Dat voor de Maori's die vertekening een uiting van respect voor God is hij alleen kan perfecte mensen maken had voor de bekeerders geen belang. Ook tatoeages, vooral die in het gezicht, werden sociaal onaanvaardbaar. [3] 
88 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Standaard 16 AUGUSTUS 2000 OM 00:00 UUR | Geert Vanacker Pluralisme van harte aanvaarden
  3. De Standaard 20 APRIL 2002 Peter Jacobs Respect verdient een neuskus
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be