bejammeren
- Geluid: bejammeren (hulp, bestand)
- be·jam·me·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bejammeren |
bejammerde |
bejammerd |
zwak -d | volledig |
bejammeren
- overgankelijk luidkeels iets beklagen
- Die nederlaag en zijn verschrikkelijke gevolgen werden luid bejammerd.
1. luidkeels iets beklagen
- Het woord bejammeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.