beissie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- beis·sie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘Bargoens: dubbeltje’ voor het eerst aangetroffen in 1844 [1]
- Herkomst: Bargoens [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beissie | beissies |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het beissie o
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'beissie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.