begrensbaar
- Geluid: begrensbaar (hulp, bestand)
- be·grens·baar
- Naamwoord van handeling van begrenzen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | begrensbaar | begrensbaarder | begrensbaarst |
verbogen | begrensbare | begrensbaardere | begrensbaarste |
partitief | begrensbaars | begrensbaarders | - |
begrensbaar
- dat er aan een eigenschap van iets een maximum verbonden is
- De maximumsnelheid van deze kinder quad is begrensbaar vanaf 15 km per uur.
- Het woord 'begrensbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.