beginzin
- be·gin·zin
- samenstelling van begin zn en zin zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beginzin | beginzinnen |
verkleinwoord | beginzinnetje | beginzinnetjes |
de beginzin m
- de eerste zin van een gesprek, tekst of literair werk
- ▸ Meer dan honderd jaar geleden schreef Tsjechov die meesterlijke beginzin 'Ze zeiden dat op de promenade een nieuwkomer was verschenen: een dame met een hondje': die dame loopt er nog altijd, maar draagt nu een witte minirok en een strak truitje.[1]
- ▸ Hoe gaat de robot dan te werk? Je geeft hem een zetje met beginwoorden of een beginzin, waarna je verschillende suggesties krijgt. Dan kan je kiezen tot je uiteindelijk een compleet verhaal hebt. Met een aantal knoppen kan je nog mixen: meer creativiteit of toch conservatievere zinnen? De keuze ligt bij de schrijver.[2]
- Het woord beginzin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact , ISBN 9789045024875
- ↑ Weblink bron “Dit is de robot die je van je writer's block afhelpt” (16-06-2017), NOS