Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·gie·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
begieten
begoot
begoten
klasse 2 volledig

Werkwoord

begieten

  1. overgankelijk iets ~: ergens een vloeistof over gooien
    • Zij begoot haar planten met een middel tegen bladluis. 
  2. (kookkunst) vlees vochtig houden tijdens braden of bakken
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be