[1] bedwinger van Atjeh
  • be·dwin·ger
enkelvoud meervoud
naamwoord bedwinger bedwingers
verkleinwoord

de bedwingerm

  1. iemand van een heel sterke tegenstander weet te winnen
    • Van Barneveld haalde als tweede Nederlander de halve finale. Jelle Klaasen ontsnapte vrijdagmiddag tegen Alan 'Chuck' Norris ook aan uitschakeling. De bedwinger van zestienvoudig wereldkampioen Phil Taylor kwam terug van een achterstand van 3-1 en won met 5-4. [1] 
  2. iemand die een heel zware taak uitvoert
    • De 85-jarige Nepalees Bahadur Sherchan probeerde de afgelopen jaren zijn titel van oudste mannelijke bedwinger van mount Everest te heroveren. Steeds ging de titel aan zijn neus voorbij door administratieve fouten en in 2016 door een aardbeving bij het basiskamp. In 2017 overleed hij aan het begin van zijn klim, nog voor hij zijn record had teruggewonnen. [2] 
91 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[3]