beduidend
- be·dui·dend
beduidend
- aanzienlijk, veel, aanmerkelijk
- Hij kreeg een beduidende erfenis van zijn tante.
- Ja, ik ben van Téléchance. Een eerlijk bedrijf. Wij zijn betrouwbaar en onze winstcijfers zijn het afgelopen jaar beduidend toegenomen. We gaan de beurs op. En ik heb het druk, druk.' [1]
- ▸ Kort nadat de dictator Zine el Abidine Ben Ali het land ontvluchtte, maar toch beduidend later dan in de rest van het land, werd in het Paleis van Justitie na ellenlange beraadslagingen besloten tot het verwijderen van diens tientallen portretten die door het hele gebouw verspreid hingen.[2]
- ▸ Ik keek ervan op dat volgens dit onderzoek mensen die elke dag minstens 30 minuten lopen een beduidend lagere kans op hart- en vaatziekte, darmkanker, borstkanker en dementie hebben.[3]
- Het woord beduidend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beduidend" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Sandes, DavidDe wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 127
- ↑ Safae el Khannoussi“Oroppa” (2024), Uitgeverij Pluim
, ISBN 9789493339125
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be