bedrukken
- be·druk·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bedrukken |
bedrukte |
bedrukt |
zwak -t | volledig |
bedrukken
- overgankelijk een tekst of afbeelding op iets aanbrengen door een drukproces
- De etiketten worden daarna bedrukt met het logo en een inhoudsopgave.
- overgankelijk somber stemmen
- Het vreselijke nieuws bedrukte de hele familie.
- Het woord bedrukken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bedrukken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be