bedrijfsvoerder
- be·drijfs·voer·der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedrijfsvoerder | bedrijfsvoerders |
verkleinwoord |
de bedrijfsvoerder m
- (economie) iemand die de leiding heeft over een onderneming
- ▸ Gerrit Dannenberg is per 1 november de nieuwe bedrijfsvoerder van het Rijssens Museum. Hij aanvaarde de functie die tot nu toe door de gemeente werd vervuld.[1]
- ▸ Overal waar VBO-topman Pieter Timmermans komt, krijgt hij dezelfde vraag te horen van werkgevers: ‘Denk je dat we binnenkort nog een regering hebben?’ Bedrijfsvoerders zien met lede ogen aan hoe de regering-Michel dreigt te vallen over het VN-Migratiepact.[2]
- Het woord bedrijfsvoerder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Rijssens Museum krijgt nieuwe bedrijfsvoerder” (11-08-2016), Tubantia
- ↑ Weblink bron Tex Van Berlaer“Ondernemers roepen kibbelende partijen tot de orde: ‘Laat regering niet vallen, of al jullie werk is om zeep’” (28/11/2018), De Standaard