bedrijfsorganisatie

  • be·drijfs·or·ga·ni·sa·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord bedrijfsorganisatie bedrijfsorganisaties
verkleinwoord

de bedrijfsorganisatiev

  1. organisatie die opkomt voor de belangen van (een aantal) bedrijven
     Zelfregulering De SER moet volgens de Wet op de bedrijfsorganisatie niet alleen de bijzondere belangen behartigen van het bedrijfsleven (zowel werkgevers als werknemers), maar ook het bedrijfsleven stimuleren om altijd het algemeen belang in het oog te houden.[2]
     Veel van de problemen worden toegeschreven aan de overhaaste deal, die op Kerstavond werd bezegeld. "De reden waarom het Verenigd Koninkrijk en de EU oorspronkelijk een implementatieperiode van elf maanden overeenkwamen, was om bedrijven de tijd te geven orde op zaken te stellen en klaar te zijn voor de overgang. Maar die tijd hadden we niet", zegt Stephen Kelly, directeur van een Noord-Ierse bedrijfsorganisatie. "We hadden zeven dagen voordat iedereen klaar moest zijn, en een daarvan was Eerste Kerstdag."[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Wat doet de SER?” (Vrijdag 15 juni 2012, 16:53), NOS
  3.   Weblink bron “Britse bedrijven: chaos en hoge kosten door brexitregels” (Zondag 10 januari 2021, 12:12), NOS