Nederlands

 
1. bed met twee bedlampen.
Uitspraak
Woordafbreking
  • bed·lamp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bedlamp bedlampen
verkleinwoord bedlampje bedlampjes

Zelfstandig naamwoord

de bedlampv / m

  1. lamp aan het hoofdeinde van een bed zodat je kunt lezen in bed en licht kunt maken als je in bed ligt
    • Voor het slapen doe ik de hoofdlamp van de slaapkamer uit en als ik dan ik bed lig doe ik ook het bedlampje uit. 
     Toen ik zijn bedlampje uitdeed en naar de woonkamer liep en de deur achter me sloot, nam mijn hartslag enorm toe.[2]
     Ze zeiden niets, schopten alleen hun schoenen uit, deden de bedlampjes aan en doofden de plafondverlichting.[3]
Verwante begrippen
Opmerkingen
  • Het verkleinwoord is de meest gangbare vorm.

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be