beademing
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·ade·ming
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van beademen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beademing | beademingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- het beademen
- (medisch) het proces waarbij mensen die niet voldoende zelfstandig kunnen ademen, lucht krijgen uit een externe bron (mond-op-mond of via een machine), kunstmatige beademing
- ▸ Ze zijn direct met beademing en hartmassage begonnen.[3]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord beademing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beademing" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be