• be·aat
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen beaat beater beaatst
verbogen beate beatere beaatste
partitief beaats beaters -

beaat

  1. diep en volledig gelukkig, innig tevreden
     Natuurlijk is dit geen pleidooi voor een lijdzaam en beaat ondergaan van wat de verkozenen des volks met ons voorhebben. Geen blanco cheques in de politiek en gefundeerde kritiek is altíjd nuttig.[3]
  2. (pejoratief) op een brave, wat onnozele manier gelukzalig
     Als je dan toch vergelijkt: naast George is Anastasia een veel ouderwetsere heldin: een beaat schaap dat Grey in alles volgt.[4]
17 % van de Nederlanders;
49 % van de Vlamingen.[5]
  1. beaat op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron “Het Vlaams Blok in elk van ons.” (2001), Van Halewyck, Leuven, ISBN 90 5617 323 5, p. 12
  4.   Weblink bron
    Herien Wensink
    “‘Dit is moderner dan Fifty Shades of Grey’” (20 februari 2015) op nrc.nl  
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be