baswerk
- bas·werk
- samenstelling van bas zn en werk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | baswerk | baswerken |
verkleinwoord |
het baswerk o
- (muziek) het spel op de basgitaar
- ▸ Goed, de band uit Los Angeles mikt niet zozeer op power, maar op sfeer. Met de debuutplaat 'The fool' leverde de groep vorig jaar het Amerikaanse antwoord op The xx. Spookachtige gitaarpartijen verweven met de engelachtige zang van Theresa Wayman en Emily Kokal, voortgestuwd door groovy baswerk en diepe drumslagen van Stella Mozgawa.[1]
- Het woord 'baswerk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "baswerk" herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron tz“Warpaint” (30/06/2011), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be