basketball
- Geluid: basketball (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɛskɪtbɔːl / (3 lettergrepen)
- bas·ket·ball
- van Engels basketball, in de betekenis van ‘spel waarbij bal door ring met net wordt gegooid’ geschreven met een koppelteken (basket-ball) aangetroffen vanaf 1896 en zonder koppelteken vanaf 1907 (zie vindplaats hieronder) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | basketball | |
verkleinwoord |
het basketball o
- (sport) verouderde uitspraakvariant van basketbal
- ▸ Alle soorten van spel zijn ingevoerd; «voetbal”, «baseball”, «basketball”, «tennis” en «cricket”.[2]
- Het woord 'basketball' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "basketball" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Buitenland. : China's ontwaking in: De Standaard (7 januari 1907), H. de Hoogh en Co., p. 5 kol. 2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Geluid: basketball (VS) (hulp, bestand)
- IPA: ˈbæ.skɪt.ˌbaɫ
enkelvoud | meervoud |
---|---|
basketball | [1]: - [2]: basketballs |
basketball