basar
- IPA: / baˈsɑr / (2 lettergrepen)
- ba·sar
de basar m
- (Jiddisch-Hebreeuws) vlees (alleen in onderstaande verbindingen)
- Het woord 'basar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ba·sar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
basar |
basaba |
basado |
volledig |
basar