bariet
- ba·riet
- In de betekenis van ‘bariumsulfaat’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- afgeleid van barium met het achtervoegsel -iet [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bariet | - |
verkleinwoord | - | - |
- Het woord bariet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bariet" herkend door:
42 % | van de Nederlanders; |
35 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "bariet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ bariet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be