banpaal
- ban·paal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | banpaal | banpalen |
verkleinwoord | banpaaltje | banpaaltjes |
de banpaal m
- (juridisch) een meestal stenen paal die de grens van de banne, het rechtsgebied, aangeeft van een stad. Banpalen markeerden daarmee tevens de stadsgrenzen
- Soms zijn oude banpalen nu binnen de nieuwe gemeentegrenzen komen te liggen.
- Het woord 'banpaal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "banpaal" herkend door:
18 % | van de Nederlanders; |
28 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be