banenplan
- ba·nen·plan
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | banenplan | banenplannen |
verkleinwoord | banenplannetje | banenplannetjes |
het banenplan o
- voornemen om de werkgelegenheid te bevorderen
- ▸ Vanaf morgen kunnen ondernemers op internet kiezen uit een "menukaart" met daarop verschillende subsidies om mensen aan werk te helpen. De maatregel is een uitvloeisel van afspraken van voor de zomer. Het kabinet stelde toen 600 miljoen euro beschikbaar voor een banenplan en werkgevers en werknemers trokken eenzelfde bedrag uit.[1]
- ▸ Het CDA vindt ook dat het kabinet minder geld moet uitgeven aan extra uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking en het creëren van banen. Het kabinet heeft een fonds voor ontwikkelingssamenwerking van 250 miljoen en er wordt 300 miljoen uitgetrokken voor een banenplan. Buma wil deze investeringen schappen.[2]
- Het woord banenplan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “"Menukaart" voor banen-subsidies” (Donderdag 22 augustus 2013, 19:59), NOS
- ↑ Weblink bron “Buma: overheid in crisis op nullijn” (Zaterdag 14 september 2013, 05:00), NOS